Lisette Verkerk in Peru

Artikel in Spin – en Verfkrant | nummer 2 | juni 2011

Wolspinnen in Peru

In Peru worden de meisjes al op jonge leeftijd in het spinnen en weven ingewijd door de kunst af te kijken van de oudere dames. Zij die niet meer kunnen weven, helpen bij het schoonmaken, spinnen en twijnen van de wol.

In de Andes wordt de wol van de dieren doorgaans twee jaarlijks geknipt, in de regentijd (de maanden november – maart). De hoogland indianen spinnen de wol met een spintol en geven de voorkeur aan lange vezels.

Het spinnen of ‘phushkay’

De Spinstok

Direct na het knippen wordt de wol geselecteerd op kwaliteit.

De grovere kwaliteit wordt gesponnen op een stokje. En wordt uiteindelijk verwerkt in dekens, touwen en zakken om bijvoorbeeld aardappels in te vervoeren en bewaren.

Spinnen met de spinstok is een primitieve manier van spinnen en gebeurt door de mannen. Als spinstok gebruiken de hoogland indianen het liefst een tak van de Llaulli, een stekelige struik met prachtige fel roze bloemen gevormd als een kleine trompet. Llaulli is de naam in het Quechua, de oude indianen taal die nog veel gesproken wordt in de hooglanden. De Latijnse naam is Barnadesia Horrida.

Vooral de jonge takken worden gebruikt als spinstok. Deze zijn sterk en recht.

De prachtige bloemen van deze struik zijn de inspiratie geweest voor het liefdeslied Yaulillay.  Een mooie uitvoering hiervan is te vinden op You Tube van Lucha Reyes | Yaulillay.

El amor es una planta | De liefde is een plant
Llaullillay
Que crece y se marchita | Die groeit en verwelkt
Llaullillay
Bajo las sombras | Onder de schaduwen
de un mal pago | van een slechte behandeling

Llaullillay

Voor het spinnen wordt de wol schoongemaakt…met de hand worden plantenresten en vuil verwijderd. Daarbij wordt de wol met aandacht uit elkaar getrokken en licht opgewonden tot een bol. De wol wordt niet gewassen.

Het spinnen op een spinstok gaat als volgt: neem een pluk wol en bereid deze voor zoals hier boven beschreven. Houd het stokje in een hand. Neem in je andere hand de wol. Aan het uiteinde van het stokje bevestig je het begin van de pluk wol door deze vast te houden met je vingers. De wol draait in elkaar tot een draad door het stokje rond te draaien alsof je in een pan soep roert. Tegelijkertijd draait het stokje rond in je vingers en wordt de gesponnen draad op het stokje gewonden.

De Spintol

Vrouwen van alle leeftijden spinnen met een spintol, in het Quechua ‘phushka’ genoemd. Normaal spinnen de vrouwen terwijl ze wandelen…op weg naar de dieren, de markt…Ze laten daarbij de spintol vrij dansen in de lucht. Soms spinnen de vrouwen zittend.

De spintol is een voorloper van het spinnenwiel en bestaat uit een stokje waaraan een ronde houten schijf is bevestigd. De tol hangt met het schijfje naar beneden. Net boven het schijfje wordt de wol bevestigd. In de ene hand wordt de te spinnen wol over de hand vastgehouden, de wol wordt voorzichtig uitgetrokken tot een lange draad wol die uiteindelijk door de draaiende beweging van de tol tot een draad gesponnen wordt. Om controle over de te spinnen wol te houden is in het begin de afstand van tol tot de hand klein, ongeveer 20 cm. Langzaamaan wordt de afstand van tol tot de hand steeds groter totdat de lange draad wol in zijn geheel gesponnen is. De gesponnen draad wordt stevig op de tol gewonden. Bovenaan wordt deze met een lusje vast gezet.

De beste kwaliteit wol wordt gesponnen op een lichte, kleine spintol tot een heel fijne draad.

Deze fijne kwaliteit alpacawol wordt verwerkt in de prachtig geweven producten voornamelijk voor eigen gebruik. Tegenwoordig worden de geweven producten ook aangeboden aan de toeristen. Voor de hooglandindianen een van de weinige mogelijkheden om iets te verdienen. Buiten de motieven en patronen die van generatie op generatie worden doorgegeven, laten de weefsters zich inspireren door het dagelijks leven en de directe leefomgeving:  het landschap, de flora en fauna maar ook door de cultuur. Aan de specifieke kenmerken van de weefsels en versieringen herken je de diverse bevolkingsgroepen, die van streek tot streek verschillen.

Het twijnen of ‘k’antiy’

Voor het twijnen wordt er eerst een bol wol gewonden van twee enkelvoudige draden. Dit is een echt teamwerkje. Twee spintollen elk met een enkelvoudige draad worden aan het uiteinde vatgehouden door een persoon. De ander windt de draad op tot een bol. Zo is de wol eenvoudig mee te nemen en is het mogelijk om onder het wandelen de draad te twijnen.

Voor het twijnen gebruikt men een zwaardere, grotere spintol dan die voor het spinnen wordt gebruikt. De draad wordt getwijnd door de spintol in tegengestelde richting van het spinnen te draaien. De getwijnde draad wordt bewaard in bolletjes.

Het spinnen is een belangrijke fase in het textielproces, omdat de kwaliteit van het geweven product afhangt van de fijnheid en regelmatigheid van de gesponnen draad. Zijn de twee enkelvoudige draden eenmaal getwijnd tot een mooie sterke draad, dan kan men overgaan tot het uitwerken van een textielwerk.

Categorie: Blogs - geschreven door Lisette op 9 juli 2011 om 01:11

Op bezoek bij een kleine cacao producent in Maranura

Na het bezoek aan de familie van Julia en José, een kleine koffie producent in Huayopata, hebben we de tweede dag van de Cacao tour een bezoek gebracht aan de familie van Andres, een kleine cacao producent in Maranura.

Vanuit Huayopata is het een klein uur met de taxi naar de cacao plantage van Andres. De plantage was niet makkelijk te vinden. Maar na een paar telefoontjes en de hulp van een oude baas onderweg, hebben we de familie gevonden. Nu lijken in deze regio alle wegen ook wel erg op elkaar: ze zijn smal, onverhard en omringt door groen. Ja…en dan blijkt dit kleine dorp ook nog twee kapellen te hebben…waar we rechts af moesten…

Andres is een meneer op leeftijd maar nog altijd fit. Hij staat aan het hoofd van een enorme familie. De plantage staat er een beetje treurig bij, de aarde en bomen zijn droog en verliezen hun bladeren. Andres legt uit dat dit komt door een tekort aan water. We maken een rondje over de plantage, kruipen door het groen maar er is niet zoveel te beleven. De cacao vruchten zijn in april geoogst. Gelukkig vinden we toch nog een boom waar een paar verdwaalde vruchten aan groeien. Met een halve maan – een stuk gereedschap – oogst hij voor ons een van de vruchten, breekt hem open en een witte massa met zaden komt te voorschijn. Dit zijn de cacao zaden. De witte massa smaakt vreemd maar is ook wel lekker. De cacao zaden worden in de zon gedroogd en daarna net als de koffiebonen geroosterd en gemalen tot een massa.

Na de rondleiding op de plantage en de uitleg over het proces van fermentatie, drogen, roosteren en malen…heeft de familie een heerlijk verse chocolade melk voor ons klaar gemaakt. Wat een verrassing! Als herinnering krijgt ieder een mooi pakketje cacao massa op een blad van de cacao boom mee naar huis. Helemaal goed!

Categorie: Blogs - geschreven door Lisette op 5 juli 2011 om 23:11

Op bezoek bij een kleine koffie producent in Huayopata

Afgelopen dinsdag ben ik vanuit Cusco afgereisd naar het dorp Huayopata in de hoge jungle aan de weg naar Quillabamba. Om een twee daagse Cacao tour te ondernemen. Tijdens de Cacao tour breng je een bezoek aan een kleine koffie producent in Huayopata en een kleine cacao producent in Maranura. Vanuit Maranura reist de tour verder naar Hydro-électrica. Vandaar begint de wandeling langs de spoorlijn in ongeveer drie uur naar Aguas Calientes. Vanuit Aguas Calientes kun je dan de volgende dag een bezoek brengen aan Machu Picchu.

Het bijzondere van de tour is dat je niet alleen op bezoek gaat bij de koffie /cacao producent maar ook voor even deel uit maakt van het dagelijks leven van de familie. Dit is helemaal het idee van PUMA trekking! Alleen bezoeken wij met onze gasten Quechua families in de hooglanden om het dagelijks leven daar te ervaren. Wellicht zullen we in de toekomst met onze gasten op weg naar Machu Picchu ook een bezoek brengen aan een van de koffie producenten.

Vanuit Cusco vertrekken er collectieve taxi’s die je in ongeveer 6 uur naar Quillabamba brengen. Huayopata ligt op ongeveer 5 uur reizen van Cusco. Via Urubamba in de Heilige Vallei reizen de taxi’s naar Ollantaytambo en vandaar verder de bergpas Malaga, 4.316 m over en uiteindelijk naar Quillabamba. Het is een bizarre autotocht over een bergweg met heel veel haarspeldbochten. Onderweg wordt er hard aan de weg gewerkt om deze te asfalteren. Idioot om je te realiseren dat het fruit, koffie en cacao dat te koop is op de markten in Urubamba en Cusco met grote vrachtwagens over deze weg vervoerd wordt.

Het leven voor de bergpas Malaga, is als in de bergdorpen; kleine huisjes gebouwd met stenen en het dak bedekt met berggras. De mensen dragen de traditionele fel gekleurde poncho’s zoals in Patacancha en Huacahuasi. Over de bergpas begint een heel andere wereld. Die van de hoge jungle…met heel veel groen. Aan deze kant is het warm en benauwd en dragen de mensen zomerse kleding. Hier liggen de koffie en fruit plantages en nog iets lager de cacao plantages.

Wij zijn uitgestapt bij het huis van de familie van Julia en José Manga-Ugarte, kleine thee en koffieproducenten in Huayopata, 1.350 m. Een bijzonder vriendelijke en gastvrije familie.

Na de lunch heeft Julia ons de plantage van de familie laten zien en ons alles verteld over de koffieplant en het productie proces. De plantages in deze regio zijn relatief klein en zo op het eerste gezicht weinig georganiseerd. Maar na de rondleiding over de plantage kijk ik met heel andere ogen naar de chaos van groen. En ervaar ik deze juist als heel evenwichtig en puur.

Juist de diversiteit aan planten en rassen maakt dat de plantage biologisch en evenwichtig produceert. Organisch afval zoals bladeren worden ook niet opgeruimd maar dienen als compost. Rondom de bananenbomen vind je de schillen van de koffiebessen, ook deze dienen als compost. Prachtig om de eenheid en het evenwicht op de plantage te ontdekken.

Koffieplanten houden van schaduw. Bananenbomen groeien snel en hebben een groot bladerdak. Daarom zie je dat jonge koffieplanten vaak naast bananenbomen geplant worden.

Heel liefdevol vertelt Julia over de bananenboom die zich ontwikkelt als een familie. In een jaar tijd groeit een bananenstek uit tot een boom, produceert bananen en wordt omgehakt om plaats te maken voor een ander lid uit de bananen familie. Onderaan de stam vormt zich de familie. Het eerste jaar produceert moeder banaan bananen, het tweede jaar vader banaan en de daarop volgende jaren de kinderen banaan van de familie.

Rondlopen op de plantage is als een sprookje. Onderweg proef je het fruit dat aan de bomen groeit. Ik had geen idee dat er zoveel verschillende citrusvruchten bestonden; heel frisse, een beetje zure, stevige, met verschrompelde schil, groot en klein…Ook uit de koffiebessen kun je het sap zuigen en proeven. Wat een ervaring!

De koffieplanten staan er wat kaal bij. Dit komt omdat de pluk van de koffiebessen op zijn eind loopt. De koffiebessen worden met de hand geplukt en alleen de rijpe bessen worden geoogst. Tijdens de laatste pluk worden alle bessen, rijp en groep van de plant verwijderd. Sommige koffieplanten staan in bloei. Prachtig witte knoppen waar volgend jaar de nieuwe koffiebessen van geoogst zullen worden.

Julia vertelt ons dat de koffiebonen streng geselecteerd worden. De eerste kwaliteit gaat naar de coöperatie en is voor export naar het buitenland. De midden kwaliteit is voor eigen gebruik en de laatste kwaliteit blijft in Peru. Deze kwaliteit koffie drinken de Peruanen. Het is toch eigenlijk niet te geloven dat de beste koffie het land verlaat en dat de Peruanen die zelf zulke heerlijke koffie produceren de slechtste kwaliteit drinken. In Peru is Nescafé, een oplos koffie erg geliefd. Ze zeggen wel…Nescafé no es café – Nescafé is geen koffie – en wie weet zit daar meer waarheid in dan je zou willen geloven.

Terug van de rondleiding heeft José voor ons een hoeveelheid koffiebonen geroosterd in een aardewerken pan. De bonen voor eigen gebruik worden met de hand gemalen. Het ruikt heerlijk! Heel speciaal om na al deze rijke ervaringen van een heerlijk sterk en vers kopje koffie te genieten!

Categorie: Blogs - geschreven door Lisette op om 19:40

Qollur Rity, het feest van de eeuwige sneeuw ster

Qoyllur Rity is een Quechua woord en betekent zoiets als eeuwige sneeuw ster.

– Het eerste jong van onze kudde alpaca’s hebben we ook Rity genoemd omdat hij na zijn geboorte zo wit als de eeuwige sneeuw op de bergtoppen van de Andes was. –

Het religieuze feest is een samensmelting van de traditionele Andes religie, het geloof in de Apu’s – de berggoden – en de viering van de verschijning van Jezus Christus op een rots – volgens de legende na de dood van een jonge herdersjongen -. Deze verschijning werd later bekend als señor de Qollur Rity.

Het idee is dat je heel vroeg in de ochtend aan komt in het dorp Mawayany vanwaar de vier uur durende tocht begint langs de acht kruizen op weg naar de kapel van de señor aan de voet van de gletsjer Sinikara. Voor de pelgrims begint de tocht direct bij vertrek uit de bergdorpen. Onderweg naar Mawayany stoppen de vrachtwagens met in hun laadbakken de dansende en fluitende pelgrims bij iedere kapel om hun eer te bewijzen.

Wij hebben de tocht gemaakt met een groep vrienden en bekenden uit Cusco.

Om een uur of 11 vertrokken wij uit Cusco naar Mawayany. Wat een gekte. Dit soort dagen zijn de prijzen ver van realistisch maar na een flinke onderhandeling konden we mee reizen met een familie… Na een onrustige nacht kwamen we om een uur of 3 aan in Mawayany. Een dorp van niets, het ligt iets voorbij het dorp Tinqui vanwaar de Ausangate trektocht start. Voor een paar dagen is het dorp veranderd in een grote markt en verkoop plek van eten en snuisterijen. Na ons opgewarmd te hebben aan een kop thee begonnen we in het maanlicht aan onze pelgrimstocht. Voor mij de eerste keer. Voor Octavio de derde keer op rij. En dit is ook het idee; Een keer in je Peruaanse leven moet je drie keer op rij deze tocht gemaakt hebben.

In het ritme van de menigte loop je omhoog. Vlak voor we bij de kapel aankwamen werd het licht. Heel bijzonder. In een tijdsbestek van minder dan 10 minuten was het licht.

Voor het passeren van het laatste kruis kun je in een van de vele kraampjes het object van je wens aanschaffen. Vooral huizen en vrachtwagens zijn erg gewenst. Boven de kapel is een plek waar je heel officieel een stuk terrein kan aankopen om je huis te bouwen. Het eigendom kan zelfs vastgelegd worden door een notaris. Maar zodra je je hielen hebt gelicht wordt je huis en het stuk grond al weer door verkocht aan de volgende eigenaar…

Wij hebben met elkaar een Nederlandse kolonie gebouwd. Met confetti en klappertjes hebben we onze nieuwe woonplek ingewijd.

De orde onder de pelgrims wordt gehandhaafd door de Ukuku’s. Zij gaan gekleed in een wollen kostuum en dragen een gebreid masker en spreken met een hoog stemmetje. Als je vergeet je muts af te doen bij het passeren van een kruis of bij het binnen gaan van de kapel, krijg je te maken met de zweep. Dus opgepast want de Ukuku’s nemen hun taak erg serieus…

Als herinnering aan het feest zijn er poppen te koop die de verschillende groepen pelgrims vertegenwoordigen. Wij hebben als herinnering een Ukuku en een Qolla gekocht.

De Qolla’s representeren de legendarische kooplieden van de hoogvlakte van Puno. De dansers dragen een gebreide wollen maskers en een prachtig versierde vierkant platte hoed. Op hun rug hangt een gedroogde alpaca foetus. Al dansend spinnen de Qolla’s alpaca wol op een stok.

Helemaal gesloopt kwamen we de volgende dag om een uur of 7 weer aan in Cusco. Na een warme douche zijn we direct ons bed ingedoken. Dromend over de wens die we kenbaar hebben gemaakt aan de Apu. Nu maar afwachten of onze droom ooit ook werkelijkheid zal worden…

Categorie: Blogs - geschreven door Lisette op 26 juni 2011 om 21:17

Wol verven met cochenille luizen en achuete zaden

Van de week heb ik samen met Octavio zijn moeder een dag geëxperimenteerd met het verven van wol. Dit keer met achuete zaden en cochenille. Nog niet eerder had ik met achuete zaden gewerkt. Heel spannend dus wat de kleurstof uit de zaden voor resultaat zou geven en hoe de kleur eventueel te beïnvloeden zou zijn door toevoeging van diverse mineralen.

De achuete zaden heb ik mee genomen van mijn bezoek aan Quillabamba. Quillabamba ligt in de jungle en heeft dus een heel ander klimaat dan de hooglanden. Hier wordt koffie en cacao verbouwd maar ook het heerlijke fruit dat op de markten van Cusco en Urubamba te koop is: ananas, papaya, mango, sinaasappel…

Achiote (Bixa orellana) is een struik of kleine boom. De plant draagt roze bloemen en felle rode stekelige vruchten die rode zaden bevatten. De achuete zaden geven een rijke geel – oranje kleur en worden gebruikt om kleur te geven aan populaire gerechten uit de Latijns – Amerikaanse en Filippijnse keuken. Maar ook als kleurstof om wol te verven.

De diep oranje kleur veranderde niet door toevoeging van limoen sap of mineralen. Heel bijzonder. Deze hebben namelijk wel een sterk effect op de kleur bij het verven met cochenille luizen.

Deze tijd van het jaar groeien de cochenille luizen rijk op de schijf cactussen. Lekker vers en super dik. Een goed moment om te oogsten. Na het oogsten van de luizen, moeten deze een lange tijd drogen in de zon. Totdat ze vermalen kunnen worden tot een mooi droog poeder.

Het resultaat na een dag verven was prachtig! Ongelooflijk dat het mogelijk is om deze felle kleuren te verven met natuurlijke kleurstoffen.

Categorie: Blogs - geschreven door Lisette op 10 juni 2011 om 03:41

« Nieuwere berichtenOudere berichten »